INFRAMODELS
From Robbe Schelfhout
views
comments
From Robbe Schelfhout
INFRAMODELS
“Wonen in een huis = verblijven in een huls.”
Vanuit deze vergelijking vallen twee gedachten te onderscheiden. Aan de ene kant is er het werkwoord ‘wonen’, dit wonen omvat onze dagelijkse routines, gewoontes en rituelen. Anderzijds is er het begrip ‘huis’, wat de architectuur omschrijft waarin we het wonen uitvoeren.
Als start van mijn onderzoek, heb ik een week meegewerkt op een binnenvaartschip. Het schip wordt bemand door een gezin, de man is schipper en de vrouw is matroos. Wat me intrigeerde tijdens mijn verblijf was hoe het gezin wonen en werken combineert. Het levensritme is afhankelijk van het ritme van de sluizen. Het is boeiend om te zien hoe een wereld van economie, efficiëntie en pragmatisch handelen een invloed heeft op de familiaire, gemoedelijke wereld van het wonen.
Door de spijtige gebeurtenissen in het voorjaar van 2020, omtrent het coronavirus, zijn er een aantal parallellen ontstaan tussen het leven op het schip en het leven aan wal. Ook wij ‘landrotten’ kennen nu het gegeven dat het werken binnensluipt in onze huiselijke sferen. Onze woonacties moeten plaats maken voor werkacties. Op het schip woont men in een werkomgeving en aan wal werkt men in een woonomgeving. Op welke manier passen we het wonen aan? Welke verschuivingen vinden plaats in tijd en ruimte?
Om deze metamorfoses te onderzoeken, zocht ik naar een vertalend medium dat me in staat moet stellen het wonen als werkwoord te kunnen vatten. Oppervlakkige, herkenbare noties zoals plafond, muur, vloer, moeten kunnen worden weggelaten. Op deze manier kunnen associaties die we automatisch maken, opzijgeschoven worden.
Zo kwamen de ‘inframodels’ tot stand, dit zijn modellen die de essentie van de woonacties tonen. Door hun vorm lokken ze bepaalde handelingen uit waardoor ze enkel gebruikt kunnen worden voor een specifieke actie. Het stelde me in staat te kijken naar wat een ruimte specifiek die ruimte maakt. De modellen stellen als het ware de belichaming van het werkwoord wonen in al haar facetten voor. Ze deden dienst als ideaal medium om de transitie van het wonen op het schip naar het wonen aan wal waar te maken.
Naarmate het onderzoek vordert, ontstaat er een steeds duidelijkere dissociatie tussen het wonen en de architectuur dat dit huisvest. De woonacties veranderen op frappante wijze terwijl het huis als representatie naar de buitenwereld onveranderd blijft.
“We wonen in een architectuur, of dit nu een schip of huis is, doet er eigenlijk niet toe.”